‘Wij zijn in staat geweest om heel snel heel concreet te worden’

Defensie pakt megaklus uitbreiding activiteiten voorbeeldig aan

Participatie Veiligheid Omgevingswetgeving Beleidsnota’s
Helikopters boven de heide. Met name de luchtmacht vraagt forse uitbreiding van oefen- en gebruiksruimte op de grond en in de lucht. Mediacentrum Defensie
Auteur Marcel Bayer

02 december 2024 om 16:51, Leestijd ca. 17 minuten


In nog geen jaar is op het Ministerie van Defensie de afdeling opgebouwd die de nieuwe ruimtelijke plannen voor de militaire activiteiten moet begeleiden. Met een systematiek en precisie die je van de defensieorganisatie mag verwachten. Maar ook met de transparantie die bij de ruimtelijke ordening hoort. Sterker: aan de procesmatige doelgerichtheid en het voorbeeldig ingezette participatieproces kunnen veel andere overheden een puntje zuigen.

Helikopters boven de heide. Met name de luchtmacht vraagt forse uitbreiding van oefen- en gebruiksruimte op de grond en in de lucht. Mediacentrum Defensie
Dit artikel staat in ROmagazine december 2024. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Voor informatie over abonnementen klik hier

De zomer van 2023 markeert het moment dat kolonel Jos van der Leij vol aan de bak moest om in kaart te brengen welke ruimtelijke gevolgen de versterking van de defensieorganisatie heeft. Eerst als hoofd van de afdeling Leefomgeving bij het directoraat-generaal beleid van Defensie en later ook als programmadirecteur voor het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. In razend tempo is een organisatie opgebouwd die groeide van zeven naar bijna veertig medewerkers. Opmerkelijk genoeg kostte het weinig moeite om geschikte mensen te vinden. Nadat hij vorig jaar alle functieomschrijvingen had gemaakt – hij offerde er zijn vakantie voor op – ging hij zelf in gesprek met de gegadigden. ‘Jonge mensen, net van de opleidingen af en ervaren beleidsambtenaren bij andere overheden; ze kwamen overal vandaan en ik hoefde ze nauwelijks te motiveren. Ze vinden het razend interessant en relevant in deze tijd om mee te werken aan onze opgaven.’

Minimale behoefte

Direct vorig jaar zomer begon Defensie met een inventarisatie van de behoefte bij alle legeronderdelen. Vervolgens is deze informatie heel kritisch tegen het licht gehouden, zoals hij het formuleert. ‘Wat in de nota is geland, is écht de minimale behoefte. Vervolgens hebben we een lamp op Nederland gezet en gekeken welke opties er zijn om daar ruimte voor te vinden, maar ook wat in het buitenland kan’, aldus Van der Leij. Hij geeft daarmee indirect antwoord op de suggestie die begin dit jaar al kwam uit de ronde in het land langs al die mogelijke locaties. De vraag zit ook in veel van de ruim 2.200 zienswijzen die binnenkwamen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, waarin de alternatieven zijn uitgewerkt. Kan het niet ergens anders? De leefomgeving staat hier al zo onder druk, ruimte is schaars. In bijvoorbeeld Duitsland en Scandinavië is toch veel meer ruimte?

‘Wat in de nota is geland, is écht de minimale behoefte hier in Nederland’

‘We horen het overal. Ons antwoord luidt dan dat we al heel veel in het buitenland doen. De opleiding van onze vliegers vindt plaats in de VS. Daar wordt ook heel veel geoefend. Ruim vijftig tot zestig procent van de training en oefening doen we in het buitenland. Wat we nu nodig hebben is het minimale dat we in eigen land moeten doen. Daarbij is het niet verstandig om al onze opleidingen, trainingen en oefeningen in het buitenland te doen. Als we dat al zouden willen, loop je ook tegen grote bezwaren bij de mensen op. Je krijgt de organisatie niet gevuld als je ze langdurig naar het buitenland stuurt. Al die militairen en al die burgers bij Defensie zijn ook gewoon mensen met een gezin, met kinderen, met een sociaal leven. Ik heb het zelf als luchtmachtofficier meegemaakt, ik ben 35 jaar doordeweeks inwonend geweest op een kazerne en weet wat voor een aanslag dat is op je gezinsleven.’

Nimby-effect

Militaire taken afwentelen op het buitenland is überhaupt niet meer aan de orde, omdat de defensie-inspanningen ook daar snel groeien, legt Van der Leij uit: ‘Bij onze bondgenoten speelt hetzelfde: taken uitbreiden, meer ruimte zoeken voor productie, opslag, personeel en oefenen. Als wij nu een oefenterrein in Duitsland willen gebruiken, moeten we dat van tevoren aanvragen. We kunnen dan aansluiten in de rij, want we zijn niet de enigen. Bovendien vinden we de zichtbaarheid van de krijgsmacht hier een belangrijk argument om niet alles elders te doen.’

Kolonel Jos ver der Leij tijdens een informatiebijeenkomst in Kronenberg, gemeente Horst aan de Maas. Wij zijn er nadrukkelijk op gewezen dat dit gebied erg belangrijk is voor de hippische bedrijfstak. Beeld Mediacentrum Defensie

Weinigen twijfelen aan de nut en noodzaak van de uitbreiding van militaire activiteiten, niet in de politiek en niet in de samenleving. Van der Leij: ‘Vrijwel overal waar we komen, bij de bestuurders en politici, bij de burgers en ondernemers in de zaaltjes, iedereen snapt dat de wereld er anders uitziet, dat het echt onveilig is geworden en dat we haast moeten maken met het op orde brengen van onze verdediging. De Kamer heeft ook gezegd: maak haast, maar doe het wel zorgvuldig. Wij vinden dat net zo belangrijk, om begrip en draagvlak te krijgen. Daarom doen we het transparant en proberen we iedereen mee te nemen in het proces.’

‘De Kamer heeft gezegd: maak haast, maar doe het wel zorgvuldig’

‘Natuurlijk maken mensen zich druk en vragen ze naar de precieze effecten voor henzelf en de leefomgeving in het algemeen. Er komt meer geluid, meer uitstoot, meer verkeer. In de plan-milieueffectrapportage (planMER, red.) proberen we de mogelijke effecten voor elke mogelijke locatie scherp in beeld te krijgen. Mind you, als Defensie hoeven we dat helemaal niet te doen. We doen het vanwege die zorgvuldigheid. We vragen de bevoegd gezagen, burgers en ondernemers of er zaken zijn die wij over het hoofd zien en waar we rekening mee moeten houden.’ Begin volgend jaar hebben we alles in beeld en komen we tot een voorkeurskeuze van locaties op basis van de maatschappelijke en bestuurlijke inzichten, militaire voorkeur en de uitslag van de objectieve planMER. De besluitvorming is dan aan de politiek’, geeft Van der Leij aan.

Militairen op oefening. ‘Natuurlijk maken mensen zich druk en vragen ze naar de precieze effecten voor henzelf en de leefomgeving in het algemeen.' Beeld Mediacentrum Defensie

Geen munitieopslag in aardbevingsgebied Groningen

De mogelijke grootschalige opslag van munitie in het mijnbouwschadegebied is voorlopig van de baan. Dat heeft Gijs Tuinman, staatssecretaris van Defensie, op 12 november jl. bekendgemaakt in zijn brief aan de Tweede Kamer over de eerste trechtering van locatiealternatieven voor nieuwe militaire activiteiten.

Voor de specifieke behoefte Munitieopslag Snel-InzetbareCapaciteit waren de locaties Slochteren, Luddeweer en Tjuchem in beeld. Mede gezien de grote maatschappelijke onrust doet Defensie voorlopig geen onderzoek meer naar deze locaties. Onderzoek tot dusver voor het planMER, wijst uit dat deze locaties niet geschikt zijn vanwege de bodemdaling, de naburige woongebieden, aantasting van waardevol landschap en vruchtbare landbouwgrond.

‘De zorgen en de emoties van de omwonenden hebben mij nog sterker doen beseffen wat de bewoners van dit gebied vanwege de mijnbouwschade al hebben moeten meemaken en hoe ongelukkig de ligging van deze locaties is’, schrijft de staatssecretaris. Hij noemt het ‘onacceptabel’ dat bewoners van woningen die recent zijn versterkt of waarvan de plannen voor versterking in een vergevorderd stadium zijn, hun woning mogelijk opnieuw moeten verlaten vanwege de munitieopslag. Tuinman: ‘Ik wil de zorgen van de getroffen bewoners zoveel mogelijk verlichten door duidelijkheid te geven dat de genoemde locaties in het mijnbouwschadegebied niet verder worden onderzocht.’ Eerder had de Tweede Kamer daar ook al om gevraagd.

Militair vliegverkeer

Uit de talrijke gesprekken die Van der Leij en zijn mensen overal in het land voeren bij mogelijke locaties komen nieuwe inzichten. ‘Zo vrezen ze in de omgeving van de voormalige vliegbasis De Peel, waarvan we heropening overwegen voor jachtvliegtuigen, dat de paardenbedrijven daar last van kunnen krijgen. Wij zijn er nadrukkelijk op gewezen dat dit gebied erg belangrijk is voor de hippische bedrijfstak, die internationaal van grote betekenis is. Ook andere veehouderijen zeggen te vrezen voor de impact op hun dieren. Dat zijn zaken waar we dus rekening mee moeten houden.’

Hij noemt andere voorbeelden, zoals die van een gemeente met al een munitieopslag binnen de grenzen, die vraagt of deze niet is uit te breiden in plaats van dat er nog een bijkomt. ‘Dat zijn we aan het bekijken. In totaal hebben we voor grootschalige munitieopslag acht locaties in beeld. We willen alle opties meenemen, om te voorkomen dat we straks moeten constateren dat we wat over het hoofd hebben gezien.’

Overlast van militair vliegverkeer is de grootste zorg bij de indieners van zijnswijzen

Verreweg de meeste zienswijzen die zijn ingekomen, hebben betrekking op overlast van militaire vliegtuigen. De genoemde voormalige vliegbasis De Peel is een van de onderzochte locaties in Zuid-Nederland, samen met de drie bestaande vliegbases Gilze-Rijen, Eindhoven en Woensdrecht, waar wordt gekeken naar ruimte voor extra capaciteit. Ook uitbreiding van de vliegbases Volkel, naast Leeuwarden de plek waar F35’s zijn gestationeerd, zijn opties. ‘Behalve voor onze eigen toestellen, moeten we ruimte kunnen bieden aan jachtvliegtuigen van onze NAVO-partners als dat nodig is bij oefeningen en bij de verdediging in geval van oplopende spanningen of oorlog. Daarom onderzoeken we ook de mogelijkheden voor militair medegebruik van Twente Airport, Lelystad Airport en Groningen Airport Eelde. We realiseren ons heel goed dat de ruimte overal in het land schaars is en dat je met militair vliegverkeer andere activiteiten in de weg kunt zitten met grote impact op de leefomgeving. Daarom gaan we heel zorgvuldig te werk, zodat de politiek volgend jaar afgewogen keuze kan maken.’

Soldaten van de 11de Luchtmobiele Brigade verlaten een Boeing CH-47F Chinook helikopter tijdens een NAVO-oefening in Nederland. Beeld VanderWolf Images/iStock.com

Daarna blijft het proces complex en gevoelig, want de daadwerkelijke ruimtelijke inpassing en vooral het planproces moeten zorgvuldig, benadrukt Van der Leij. ‘Je grijpt op veel plekken direct in bij het leven van mensen. Een boer die door ons niet naar wens kan uitbreiden, een woonwijk die meer overlast krijgt … Ik ben in Zuidbroek geweest, midden in het aardbevingsgebied. Met heel veel boze mensen voor me. Maar ook bij het Nationale Ereveld Loenen op de Veluwe waren de mensen ontdaan. “Hoe kun je hier nou met explosieven gaan oefenen?” Als je uitlegt waarom we dit proces zo doen, wat er precies gaat gebeuren, wat het de regio kan bieden, dan zie je toch meer begrip komen, en nieuwe inzichten, ook voor ons.’

Opgaven verbinden

‘Helemaal mooi zou het zijn als we onze activiteiten kunnen verbinden met andere en zo kunnen bijdragen aan meerdere oplossingen voor vraagstukken tegelijkertijd. Multifunctioneel en meervoudig ruimtegebruik is het uitgangspunt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen in Twente, waar al veel technische onderzoekscapaciteit zit. Ik begrijp dat ze daar heel graag willen inhaken op onze behoefte aan drones. Zoiets nemen we mee in de inventarisatie.’

Ook de combinatie munitieopslag en natuur is kansrijk, geeft Van der Leij aan. Hij wijst erop dat Defensie een van de grootste beheerders van natuurterreinen is. ‘Natuur gaat heel goed bij ons. Onafhankelijke rapporten bevestigen dat. Best verklaarbaar. Militaire terreinen zijn niet toegankelijk voor burgers. Dan heb je dus nauwelijks druk van de mens en kan de biodiversiteit zich ongestoord ontwikkelen. Zo staat Natuur- en Milieufederatie Drenthe niet onwelwillend tegenover de mogelijkheid om oefenterrein De Haar bij Assen te vergroten. Dat gebied beslaat nu al vierhonderd hectare en we willen er twee- tot vierhonderd hectare bij hebben om op compagniesniveau te kunnen oefenen. We onderzoeken de mogelijkheid om de natuur robuuster te maken en de biodiversiteit te verrijken, maar ook om het gebied klimaatadaptiever te maken. Die investeringen juichen natuurbeschermers toe. Maar er zijn ook nadelen, zoals de kans op bosbranden en de aantasting van een bijzonder landschap. Ook daar is het een puzzel, die we zorgvuldig moet worden gelegd.’

‘Alle nieuwe activiteiten gaan veel werkgelegenheid genereren’

Edelherten in een natuurgebied van Natuurmonumenten. Beeld Gerrit Rekers.

Defensie spaart aantal natuurgebieden als oefenterrein

Na de eerste trechtering door Defensie vielen verschillende natuurgebieden af als militair oefengebied: Zwanenwater (Noord-Holland), de Duinen van Goeree en Voornes Duin (Zuid-Holland) en Loenense Bossen (Gelderland). Toch houden natuurverenigingen zorgen, want militaire activiteiten en natuurverbetering gaan niet altijd gelijk op.

Terletse Heide in Nationaal Park Veluwezoom komt bijvoorbeeld nog in aanmerking voor oefeningen met explosieven. Hier passen geen oefeningen met explosieven, vindt Natuurmonumenten, eigenaar van dit heidegebied. De Terletse Heide is leefgebied voor dassen, reeën, edelherten en vogels zoals nachtzwaluw, raaf en roodborsttapuit. Ook leven er zes van de zeven soorten reptielen die in Nederland voorkomen zoals de zandhagedis en adder. Daarnaast is het een geliefd gebied voor mensen om van de natuur, rust en ruimte te genieten. Jeroen de Koe, directeur Natuurmonumenten: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat verder onderzoek naar de Terletse Heide zal laten zien dat ook dit gebied geen kans maakt om als potentieel defensieterrein te worden aangewezen.’

Zorgen blijven er ook over gebieden die in aanmerking komen voor laagvliegoefeningen, zoals de hele Zuidwestelijke Delta, een internationaal uniek en beschermd gebied voor watervogels en steltlopers. Geluidoverlast door laagvliegen levert ernstige verstoring op voor vogels die daar foerageren en broeden. De aantallen van deze vogels nemen al jarenlang af. Dit kan er niet ook nog bij. Aldus redeneert Natuurmonumenten. Daarnaast is er nog onduidelijkheid over het uitbreiden van militaire vliegvelden Eelde, de heropening vliegbasis De Peel of de bouw en gebruik van militaire oefendorpen in Weerterheide. Door stikstof, vervuiling, verdroging, versnippering en verstoring holt de biodiversiteit achteruit. De Koe: ‘De natuur kan extra belasting simpelweg niet aan. We hebben het hier over de topnatuur van Nederland, het is ondenkbaar dat we die opofferen.’

 

Voor de regionale economie kan de uitbreiding van defensieactiviteiten een significante impuls betekenen. Defensie richt het SecFund (Security Fund) op, met een fondsvermogen van honderd miljoen euro om start-ups, scale-ups en innovatieve mkb-bedrijven te ondersteunen om te voorzien in de innovatiebehoefte. ‘Dat zal zeker z’n uitwerking hebben op regio’s waar al veel technologie zit’, verwacht Van der Leij. ‘Alle nieuwe activiteiten gaan veel werkgelegenheid genereren. Denk ook aan de bouw, de aanleg van wegen, wat het betekent voor het onderwijs en de zorg, voor de consumptie. Het is ongekend hoeveel geld er nu wordt vrijgemaakt. We gaan van 8 naar 24 miljard euro per jaar. Ik heb dat in mijn hele loopbaan nog niet eerder zo meegemaakt hoor. Sterker, van de 40 jaar dat ik hier werk, is er zeker 37 jaar bezuinigd.’

Zeewolde, waar een grote nieuwe kazerne moet komen, met 8.000 mensen die er gaan werken. Beeld Nisangha-iStock.com 

Megakazerne in Zeewolde zorgt vooral voor knelpunten in de infrastructuur

Zeewolde is een van de gemeenten die in beeld zijn voor de bouw van een nieuwe kazerne voor duizenden militairen. Voor de gemeente met 24.000 inwoners, kleinschalig en landelijk, is dat een ingrijpende ontwikkeling.

Door de mogelijke komst van de kazerne staat de gemeente opnieuw in de landelijke spotlights, na de situatie twee jaar geleden met het uiteindelijk afgeketste megadatacenter van Meta. Die leidde ertoe dat het 2022 aangetreden college van B en W aangegeven geen grootschalige ontwikkelingen op grondgebied van Zeewolde meer ambieert. Als het aan wethouder Helmut Hermans (Ruimtelijk beleid, Omgevingswet, Volkshuisvesting en Gebiedsontwikkeling) ligt, blijft het bij kleine uitbreidingen in het dorp, waaronder optoppen, kleinschalige woningbouw en goede huisvesting voor arbeidsmigranten en asielzoekers. Dat staat ook zo in de omgevingsvisie. Kernwaarden van de gemeente zijn onder meer rust, ruimte, recreatie en weidsheid/openheid en de inwoners houden dat graag zo, zegt de wethouder.

Van de drie mogelijke locaties is er inmiddels een afgevallen, die niet verder wordt onderzocht. Op de andere twee locaties, Spiekweg en Oosterwold, is er ruimte om te bouwen, erkent de wethouder. Als dat aan hem ligt, zal dat kleinschalig zijn. Maar dat staat haaks op de wens van Defensie om de activiteiten juist te concentreren. De kazerne zou werk bieden aan vijfduizend mensen, plus tweeduizend mensen in de opleiding. ‘Maar die komen in eerste instantie van bestaande locaties en verhuizen dus niet direct naar Zeewolde. De kazerne zou op minstens 10 kilometer van de huidige kern liggen. Ik kan me niet voorstellen dat militairen die op de kazerne verblijven, naar het dorp komen om een biertje te halen. Bovendien verzorgt Defensie zelf de catering en de logistiek voor de kazerne, dus er zal weinig effect zijn op de lokale winkels.’

De infrastructuur is niet berekend op een dergelijke extra hoeveelheid mensen, geeft wethouder Hermans aan. ‘Als er inderdaad 7.000 mensen per dag heen en weer moeten reizen naar de kazerne, dan willen we graag overleg over de wegen. Vooral bij de brug bij Nijkerk voor de aansluiting op de A28 zien we knelpunten ontstaan, omdat daar een sluis is die vaak openstaat.' Hij voorziet ook knelpunten bij de aansluiting op de A27 en de A6.

Auteur Marko Faas [een interview met wethouder Hermans stond eerder op Stadszaken.nl]

Scherp en concreet

Om in beeld te krijgen wat de uitbreiding van Defensie betekent en waar de koppelkansen liggen, is het van belang om zo snel mogelijk met betrokken overheden en andere belanghebbenden om de tafel te gaan. Die ervaring heeft Van der Leij inmiddels wel. ‘Denk aan de uitbreiding van energie-infrastructuur, de energietransitie in het algemeen, de woningbouwplannen, klimaatadaptatie en natuurversterking, investeringen in infrastructuur; het zal in sterke mate bepalen waar we wat gaan doen.’ Hij ziet dat de integrale werkwijze bij het Rijk is geborgd in de overleggen op verschillende ambtelijke niveaus, tot op DG-niveau aan toe. In het kabinet is er een apart clubje bewindspersonen voor het afstemmen van alle ruimtelijke opgaven. Toch is de fysieke afstemming de minste uitdaging, verwacht Van der Leij. De meeste tijd gaat zitten in de mogelijk noodzakelijke aanpassing van wet- en regelgeving. ‘Laagvlieggebieden voor helikopters of voor grotere drones heb je niet eventjes ingeregeld. Voor het oefenen met cargodrones, vliegen met lading eronder dus, moet je nieuwe regels maken’, noem hij als voorbeeld.

Opmerkelijk blijft de snelheid waarmee Defensie dit omvangrijke programma aanpakt met naar verwachting politieke besluitvorming binnen twee jaar. Wat valt daarvan te leren voor andere ruimtelijke opgaven, zoals de woningbouw en de energietransitie, die jarenlang vertraging oplopen door weerstand en juridische procedures? ‘Wij zijn in staat geweest om heel snel heel concreet te worden, door bijna op kavelniveau aan te geven: dit is wat wij nodig hebben. Ik merk bij provincies en gemeenten dat ze zich misschien overvallen voelen en toch tegelijk het prettig vinden dat meteen duidelijk is waar we over moeten praten. Dus mijn advies: maak het zo snel mogelijk zo concreet als mogelijk. Dan kun je in transactie komen, dan kun je aan de gang. Want je kunt om elkaar heen blijven draaien en blijven praten … Daarmee komt niemand in beweging.’

 

Gerelateerde Artikelen